Scroll naar beneden
 

Wat is VormTaal?

Achtergrond

Waarom vinden we het moeilijk om over complexe dingen te praten? VormTaal is ontstaan vanuit een zoektocht naar een antwoord op die vraag. VormTaal maakt het mogelijk om te communiceren met behulp van vorm en ruimte, in plaats van alleen woorden. Dat is een veel intuïtievere manier van communiceren.

Op deze pagina lees iets over waar VormTaal vandaan komt. Wil je meer weten? Neem eens contact op, ik vertel je graag meer!

 
 

Mijn achtergrond

Ik heb een achtergrond in architectuur en in communicatie. Dit maakt dat ik op een andere manier tegen dingen aankijk. Door deze twee passies met elkaar te combineren is VormTaal ontstaan. In een gecombineerd afstudeeronderzoek ben ik op zoek gegaan naar een manier om complexiteit inzichtelijk te maken zonder af te doen aan die complexiteit. Architectuur kan dat namelijk heel goed. Architecten gebruiken vorm, contravorm, materiaal en ordeningsprincipes om ruimtes te ontwerpen. Heel complexe gebouwen kunnen daardoor toch heel sereen aanvoelen.

Hoe kunnen we deze principes uit de architectuur gebruiken in onze dagelijkse communicatie? Uit die vraag is VormTaal geboren.

Complexe problemen

Complexe problemen (ook wel “wicked” genoemd, Rittel & Webber, 1973) zijn problemen waarbij oorzaak en gevolg niet per se vanzelfsprekend zijn. Dit komt doordat een groot aantal factoren, met verschillende onderlinge relaties, een rol spelen. Daarbij komt dat het systeem vaak ook nog verandert door de tijd heen. Een sprekend voorbeeld van zo’n complex systeem is het regenwoud. Zo’n systeem, of probleem, is méér dan de som van haar delen. Hoe goed we die losse delen ook (denken te) kennen. Het is ontzettend moeilijk, dan wel onmogelijk om te voorspellen wat een kleine wijziging voor invloed heeft op het gehele systeem. Een Ferrari aan de andere kant, lijkt voor een leek misschien complex. Maar met de juiste kennis en vaardigheden kunnen we hem uit elkaar schroeven, weer in elkaar zetten en problemen verhelpen. Oorzaak en gevolg zijn duidelijk met elkaar verbonden. Niet complex, maar ingewikkeld dus.

Het gevaar van een “getemd” probleem

Vaak hoor ik: “het is zo complex, we moeten het simpel maken” of “we moeten het concreet maken”. Rittel en Webber (1973) noemen dit het “temmen” van het probleem. In eerste instantie lijkt dit misschien een goed idee. We maken het simpel en concreet waardoor we in kleine stapjes richting een oplossing kunnen werken. Maar het brengt ook risico met zich mee. Grote kans namelijk dat je in zo’n geval niet het daadwerkelijke probleem, maar zijn symptomen aan het aanpakken bent. Want, in het regenwoud is het geheel meer dan de som van haar delen.

We moeten onszelf dan afvragen: wat is het onderliggende probleem? Wat is de vraag achter de vraag? Wat is de essentie? VormTaal helpt antwoord te geven om deze vragen door complexiteit tastbaar en daarmee bespreekbaar te maken.

6 eigenschappen van complexe problemen (Rittel & Webber, 1973; Jeff Conklin, 2005)
  1. Je begrijpt het probleem pas als je een oplossing hebt gevonden.
  2. Daarom is een complex probleem nooit “opgelost”. Het proces om een complex probleem aan te pakken heeft geen duidelijk einde.
  3. Er is geen “goed” of “fout” antwoord op een complex probleem, maar alleen maar “betere” of “slechtere” oplossingen.
  4. Ieder complex probleem is uniek en moet als zodanig worden beschouwd.
  5. Iedere aanpassing in een complex systeem is onomkeerbaar en beïnvloed het systeem.
  6. Ieder complex probleem kan worden beschouwd als een symptoom van een ander probleem. Daarom is het belangrijk om op zoek te gaan naar de vraag achter de vraag.
 

Communicatie & architectuur

Architectuur communiceert. Doordat we bepaalde “symbolen”, zoals een kerktoren, herkennen. Maar ook op een meer intrinsieke manier. Een sprekend voorbeeld van intrinsieke communicatie in architectuur is hoe we hoge, grote gebouwen of ruimtes als machtig ervaren. Niemand heeft ons dat geleerd, toch voelen we dat direct. We begrijpen deze intrinsieke betekenis, maar kunnen het lastig vinden om dit uit te drukken door middel van woorden.

Het zelfde kan gelden voor complexe problemen. We vinden het moeilijk onder woorden te brengen ook al hebben we er intuïtief wel een bepaald gevoel bij. Door te communiceren met behulp van VormTaal, met behulp van vorm en ruimte net als architectuur dat doet, kunnen we deze intrinsieke betekenissen tastbaar maken. We hoeven het een ander niet meer uit te leggen, maar we kunnen het laten zien.

 
 

De 9 dimensies van VormTaal

VormTaal heeft 9 dimensies die gebruikt kunnen worden. Deze dimensies zijn ook terug te vinden in de architectuur. Door gebruik te maken van deze dimensies wordt betekenis gegeven aan de compositie.

Hoekigheid

Hoekigheid

Hoekigheid zegt iets over de vorm van een object (bol vs kubus bijvoorbeeld) of de compositie. Ronde vormen worden bijvoorbeeld vaak als “dynamisch” gezien.

Afstand

Afstand

De afstand tussen twee objecten kan bijvoorbeeld iets zeggen over hoe ver “iets” of “iemand” van het probleem afstaat of hoeveel invloed iets heeft. Afstand kan ook een ordeningsprincipe zijn: objecten die dicht bij elkaar staan kunnen bij elkaar horen terwijl bij meer afstand ze juist als apart worden gezien.

Proporties

Proporties

Proportie kan iets zeggen over de verhoudingen van een object (bijvoorbeeld vierkant vs rechthoekig) maar kan ook richting geven aan een object of de gehele compositie.

Ritme

Ritme

Ritme is een ordeningsprincipe. Objecten kunnen worden neergezet in een bepaald ritme of daar juist van afwijken. Ritme wordt soms gebruikt om de verandering in de tijd weer te geven.

Materiaal

Materiaal

VormTaal kent verschillende materialen met verschillende eigenschappen. Kies bijvoorbeeld voor een transparant of juist buigbaar materiaal. Door met verschillende materialen te spelen wordt vaak betekenis gegeven aan bepaalde grenzen in de compositie.

Schaal

Schaal

Schaal gaat over de grootte van de objecten in vergelijking met de rest van de compositie. Schaal wordt vaak gebruikt om bepaalde machtsverhoudingen aan te duiden maar kan ook letterlijk de grootte van een probleem, of doelgroep aanduiden.

Openheid

Openheid

Openheid zegt iets over de grenzen die in de compositie gebruikt zijn of over de indruk van een compositie als geheel. Hoe open of gesloten is een compositie? Zijn er bepaalde blokkades aanwezig? Speel bijvoorbeeld met de verschillende transparanties van de materialen.

Symmetrie

Symmetrie

Symmetrie is een ordeningsprincipe. Een symmetrische compositie kan harmonisch ogen. Door (expres) van die symmetrie af te wijken kan je de nadruk leggen op een bepaald element of op de disorde van het probleem.

Vorm

Vorm

Er kan betekenis worden gegeven aan (verschillen tussen) verschillende vormen. Soms wordt dit gebruikt om onderscheid aan te geven tussen bepaalde aspecten of stakeholders in de compositie. Vormen kunnen ook een symbolische betekenis krijgen. Er zijn drie verschillende vormen: de piramide, de bol en de kubus.